Vragen over kwekersrecht
Een bijdrage van Hortis Legal.
Introductie
Al eeuwenlang zorgen plantveredelaars voor diversiteit in groenten, fruit en siergewassen. Door planten te kruisen, probeert een veredelaar de goede eigenschappen van verschillende planten in het nakomelingschap te verenigen.
De belangrijkste eigenschappen waarop veredeld wordt zijn:
- Resistenties tegen ziekten en plagen,
- Verhoging van de opbrengst,
- Verbetering van kwaliteit (zoals bewaarbaarheid, smaak),
Door middel van selectie probeert de veredelaar vervolgens uit het nakomelingschap planten te selecteren, die de meest optimale combinatie van goede eigenschappen uit beide ouders vertonen.
Plantenveredeling, oftewel het ontwikkelen van nieuwe rassen, heeft een grote bijdrage geleverd aan de grote stijging van de landbouwproductiviteit van de afgelopen decennia. Daarnaast is plantenveredeling enorm belangrijk voor maatschappelijke vragen rond voedsel, handel, milieu en werkgelegenheid. Nederland heeft met de landbouw als economische grootmacht een sterke positie in de plantensector verworven. Twee derde deel van de Nederlandse oppervlakte wordt gebruikt voor de landbouw. Tussen 1950 en nu vervijfvoudigde de Nederlandse landbouwproductie en werd Nederland nummer 3 van de werelds grootste landbouwexporteurs. Tussen 1995 en 2003 steeg de bruto toegevoegde waarde van de Nederlandse landbouwsector van 32,3 miljard tot 41,8 miljard euro en daarmee heeft de landbouwsector mondiaal een belangrijk aandeel in de economie gekregen.
*Let op, omdat de Nederlandse Zaaizaad- en Plantgoedwet 2005 (‘ZPW’) nagenoeg parallel loopt met de Communautaire kwekersrechtverordening 2100/94 (‘CKV’) en de artikelen in veel opzichten slechts in woordkeuze van elkaar verschillen, worden in deze presentatie artikelen van zowel de ZPW alsmede de CKV door elkaar heen gebruikt om de hoofdlijnen van het kwekersrecht te omschrijven.
Waarom bescherming op kweekproducten?
Het is heel lang de discussie geweest of voortbrengselen uit Moeder Natuur aan iemand kunnen worden toegeëigend door middel van het intellectuele eigendomsrecht. Gaandeweg ontstond hier internationaal echter steeds meer behoefte naar, om de volgende redenen:
De jarenlange investering en creativiteit van de veredelaar alvorens een nieuw gewas tot geboorte komt is vergelijkbaar met de inspanning van een uitvinder;
- Economisch belang; (handel, werkgelegenheid etc.)
- Belonings-beginsel; (je krijgt er exclusiviteit voor terug)
- Scherpzinnigheid en stimulering voor anderen;
- Openbaarmaking dient algemeen belang;
Hoofdargument
Alleen een tijdelijk monopolie de uitvinder de mogelijkheid biedt om de veelal hoge kosten, die aan de totstandkoming van een uitvinding verbonden zijn, terug te verdienen & tegelijkertijd de periode, die nodig is voor het marktrijp maken van de uitvinding, te overbruggen.
Wat houdt het kwekersrecht in?
Het kwekersrecht is een tijdelijk monopolie waardoor een veredelaar zich kan beschermen tegen het risico dat anderen zijn resultaat – het nieuwe ras of de nieuwe vinding – zonder toestemming klakkeloos kopiëren, imiteren en commercialiseren. De duur van de bescherming bedraagt in het kwekersrecht voor een klein aantal rassen 30 jaar, voor alle andere 25 jaar, te rekenen vanaf het moment van verlening (art. 72 ZPW).
Op grond van artikel 57 ZPW heeft de houder van een kwekersrecht op een ras het uitsluitend recht om teeltmateriaal van dat ras:
- Voort te brengen of verder te vermeerderen;
- Ten behoeve van de vermeerdering te behandelen;
- Te koop aanbieden;
- Verkopen of op andere wijze in de handel brengen; exploitatie
- Uit te voeren;
- In te voeren;
- Voor een van bovengenoemde doeleinden in voorraad te hebben;
Handelingen in de privé sfeer (niet bedrijfsmatig) en/of ten behoeve van de wetenschap en/of voor het kweken van nieuwe rassen zijn uitgezonderd, hier later meer over…
Wanneer krijgt men een kwekersrecht?
Het object van bescherming dat in het kwekersrecht centraal staat is levende materie, te weten plantenrassen. De wet geeft in art. 1 onder c ZPW een uitgebreide definitie van het begrip ras. Kort gezegd is een ras te omschrijven als:
‘Een tot een cultuurgewas behorende groep van planten, die voor cultuurdoeleinden als een zelfstandige eenheid wordt beschouwd.’
Een dergelijke groep van planten komt voor bescherming in aanmerking, indien aan een aantal voorwaarden is voldaan. De belangrijkste voorwaarden staan opgesomd in artt. 35 en 49 ZPW. Het ras moet:
- Onderscheidbaar zijn, dus duidelijk verschillen van alle andere reeds algemeen bekende rassen;
- Homogeen zijn, hetgeen wil zeggen dat de tot het ras behorende planten onderling niet al te grote verschillen mogen vertonen (uniformiteit);
- Bestendig zijn, in die zin dat het ras in de loop van achtereenvolgende vermeerderingen blijft beantwoorden aan de daarvan gestelde omschrijving (stabiliteit):
- Nieuw zijn, hetgeen betekent (enkele uitzonderingen daargelaten) dat van het bewuste ras vóór de dag van indienen van de aanvraag ter verkrijging van het kwekersrecht nog geen materiaal (planten, bloemen, zaden e.d.) in het verkeer gebracht mag zijn, door of met toestemming van de kweker/aanvrager.
Als vervolgens aan bovengenoemde voorwaarden is voldaan dient er ten slotte een ras-benaming worden verzonnen dat zal fungeren als soortaanduiding van het nieuwe ras.
Wanneer is er sprake van inbreuk op kwekersrecht?
Op grond van artikel 94 CKV Er is sprake van inbreuk wanneer:
- Iemand zonder toestemming van de houder van het kwekersrecht het ras exploiteert (handelingen verricht als opgesomd in art. 57 ZPW);
- Iemand verzuimt de bedoelde ras-benaming correct te gebruiken of weigert relevante informatie (over de ras-benaming) te verstrekken;
- Iemand gebruikmaakt van de ras-benaming of een benaming die met de ras-benaming kan worden verward.
Wat kan de houder van een kwekersrecht bij inbreuk doen?
- De inbreukmaker aanspreken met het oog op beëindiging van de inbreuk;
- Een passende vergoeding eisen;
- Schadevergoeding eisen als er sprake is van opzet of onachtzaamheid (schadevergoeding houdt onder meer in alle kosten die de houder van het kwekersrecht noodzakelijkerwijs heeft moeten maken om de inbreuk te kunnen stoppen, denk aan het inwinnen van rechtsbijstand, kosten voor juridische procedures, onderzoekskosten etc.).
LET OP, er is ook sprake van inbreuk wanneer een (ander) ras wordt geëxploiteerd dat niet te onderscheiden is van het beschermde ras!
De breeders' exemption
Op de aarde zijn er een beperkt aantal rassen die noodzakelijk zijn om te gebruiken voor de verdere ontwikkeling van nieuwe rassen.
Klik op de afbeelding om te vergroten (nieuw venster)
Op het moment dat alle rassen kwekersrechtelijk zijn afgeschermd en iedereen er ‘met z’n vingers vanaf moet blijven’, hoe kunnen er dan ooit nieuwe rassen worden ontwikkeld?
Om deze reden voorziet het kwekersrecht in de zogenoemde breeders’ exemption ofwel kwekersvrijstelling. Deze vrijstelling houdt in dat een veredelaar zonder voorafgaande toestemming van de houder van het kwekersrecht handelingen mag verrichten voor het kweken van nieuwe rassen (artikel 57, derde lid, onder c, ZPW.
De huidige ontwikkeling van het kwekersrecht
Sinds het ontstaan van het kwekersrecht is de wetgeving hieromtrent volop in ontwikkeling. Op dit moment is het mogelijk om middels moderne technieken (en dus niet via klassieke kruisings- en veredelmethoden) gewassen te produceren. Het punt is dat deze technieken worden beschermd als werkwijzen middels het octrooirecht waar is geregeld dat ook de voortbrengselen van die werkwijze onder het octrooi vallen. Dit vormt een belangrijk probleem omdat in tegenstelling tot het kwekersrecht het octrooirecht geen kwekersvrijstelling heeft maar een onderzoeksvrijstelling (artikel 53, derde lid, Rijksoctrooiwet 1995) die inhoudt dat de geoctrooieerde uitvinding alleen gebruikt mag worden voor onderzoeksdoeleinden, dus zonder commercieel oogmerk. Hieronder worden slechts verstaan handelingen die uitsluitend dienen om het geoctrooieerde te onderzoeken met een zuiver wetenschappelijk doel.
Planten worden via het octrooirecht toch volledig toegeëigend door het octrooirecht waardoor met name klassieke veredelaars met lege handen komen te staan. Op dit moment wordt er in de politiek gediscussieerd of er daarom niet ook een ‘kwekersvrijstelling’ in het octrooirecht moet komen waardoor anderen ter productie van nieuwe plantenrassen geoctrooieerde voortbrengselen mogen gebruiken.
Tegelijkertijd worden er veel octrooien op werkwijzen en daar rechtstreeks uit voorkomende producten onderuit gehaald omdat er in de werkwijze geen aanvullende technische stap (die een eigenschap heeft gemanipuleerd) plaatsvindt, maar een wezenlijk biologisch proces blijkt te zijn. Wezenlijk biologische processen (zoals kruising en selectie) kunnen niet geoctrooieerd worden, noch de daaruit voorkomende producten. E.e.a. is terug te vinden in de broccoli- en tomatenzaak.
Deze pagina is een bijdrage van Hortis legal
Hortis Legal is een juridisch adviesbureau met expertise op het gebied van het intellectuele eigendom. Naast bescherming van octrooien, modellen, merken, rassen en overige ideeën van de menselijke geest, zorgt Hortis Legal ook voor het opstellen van licentie- of samenwerkingscontracten, royalty beheer, termijnbewaking en handhaving van rechten waardoor klanten kunnen profiteren van een complete behartiging van hun belangen op een efficiënte wijze omdat diverse zaken zijn te overzien binnen één en dezelfde organisatie.
|